Doorgekookt


Bijna iedereen is het er over eens dat kinderen en spruitjes niet samengaan. Spruitjes smaken een beetje bitter. En bitter moet je leren eten. Daarom zouden spruiten er moeilijker in gaan dan friet en frikandellen.

Volgens een theorie hebben kinderen hele gevoelige smaakpapillen waardoor ze bitter extra goed proeven. Dat is heel nuttig want vaak zijn bitterstoffen giftig. En jonge kinderlijven zijn natuurlijk extra kwetsbaar voor allerlei ellendigs. Een bittere smaak waarschuwt ons intuitief voor gevaar. Ouders moeten dus eigenlijk heel erg blij zijn met dat kieskeurige eetgedrag van de gemiddelde kleuter. Want dat betekent dat hij/zij geen happen uit je dieffenbachia neemt en ook de bittere, giftige besjes in de tuin weer uitspuugt.

Maar omdat we liever niet willen dat kinderen spruiten, net als bittere koffie en bier laten staan tot (ver) na de basisschool, moeten we soms onze koters een beetje aanmoedigen. De gemakkelijkste manier is om zelf spruiten te eten. 'Zien eten, doet eten' geldt helaas niet binnen ouder-kindrelaties. Maar je geeft wel het signaal dat spruiten eten veilig is ondanks dat bitterstofje. Neemt je kind toch wat van mee.

Wat ook goed werkt is de spruiten samen met aardappels tot stamppot verwerken. In tegenstelling tot het zien-eten-doet-eten (wat alleen bij vriendjes en lievelings-tantes lukt), werkt verstoppen grandioos. En de smaak van de spruiten wordt een beetje afgezwakt.

Maar volgens de experts is het eigenlijk een beetje gezeur. Tegenwoordig zijn spruiten eerder zoet dan bitter. Tenzij je misschien een biologisch spruitje van oud ras en eigen teelt op je bord ziet te krijgen. Maar de moderne spruit uit het netje van de supermarkt mist het bittere toontje door ingenieuze teeltmethoden. Voor de die-hard-spruitenfans misschien jammer, voor de meeste kinderen een zegen.

Alleen zit er blijkbaar in ons collectieve bewustzijn een afkeer van spruiten. Ik had altijd het idee dat het deels kwam door het kookbeleid van midden vorige eeuw. Groente werd toen enkele uren op het petroleumstel tot moes gekookt. Liefst met een flinke schep zout erbij. Tja, daar gaat de bloemkool, andijvie en ook zeker de spruit niet van vooruit.

Maar gisteren hoorde ik toch weer een heel ander verhaal. Op een seniorendag in Noord-Holland discussieerde ik met flink wat ouderen over gezond eten. Een meneer van zekere leeftijd vroeg me of die doorgekookte spruitjes van vroeger gezond waren. Zijn moeder kookte de spruitjes namelijk enkele uren. Maar zijn vrouw vond vijftien minuten lang genoeg. Dat was veel gezonder volgens haar. De oude man wilde nu na veertig jaar wel eens weten of zijn vrouw gelijk had of dat hij voor niks al die jaren 'halfrauwe' spruiten had gegeten. Want de spruitjes van zijn moeder, tja, die waren echt lekker volgens hem.

Diplomatiek zoals ik soms probeer te zijn, antwoordde ik dat het inderdaad gezonder is om groente niet tot snotjes te koken. Maar dat het ook belangrijk is dat je het lekker vindt. Want liever een heel bord 'snotjes' dan een half bord kort gekookte groente. Met als toevoeging dat je vooral ook je groente niet in te ruim water moet koken omdat anders ook erg veel voedingsstoffen in het gootsteenputje verdwijnen.

Wel ben ik blij dat ik mijn vijftien-minuten-spruiten-uit-weinig-kookwater gewoon thuis op tafel kan zetten. Na jaren proberen, stimuleren en aanmoedigen roepen mijn jongens nog steeds niet 'ha, lekker spruiten!'. Maar de pan gaat inmiddels wel leeg...
Volgende keer een recept!

Tidak ada komentar:

Posting Komentar