
Wat krijgt je kind bij de kaasafdeling in de supermarkt? Meestal een blokje jonge fabriekskaas. Heel veel volwassenen hebben het idee dat kinderen niet meer lusten dan een stukje koude kaas met de consistentie van plastic zonder geur of smaak. Ik wil iedereen die dit dagelijks op zijn boterham met smaak verorbert, niet tegen mij in het harnas jagen. Maar er is natuurlijk veel meer lekkers te krijgen waar kinderen vast ook dol op zijn.
Helaas krijgen kinderen op het kinderdagverblijf ook niet veel anders dan kaas uit een kuipje. Dat scheelt namelijk werk omdat er geen margarine onder hoeft. Natuurlijk, de leidsters hebben het druk maar de gemiddelde smeerkaas heeft een smaak die niet verder gaat dan veel te zout (Daarom wordt smeerkaas vaak opgeleukt met ham, sambal of kruiden).
Mijn echtgenoot houdt niet van kaas. Na in zijn jeugd enkele jaren wel zonder morren kaas te hebben gegeten, is hij er voor eeuwig mee gestopt. Aantrekkelijk om te denken dat het door bovengenoemde redenen komt. Want ik snap er natuurlijk niets van. "Hoe kun je nu niet van kaas houden?"
Iets niet lusten is meestal aangeleerd. Maar je moet wel een heel avontuurlijk karakter hebben om daar weer overheen te komen. Die illusie ben ik bij mijn lieve man inmiddels kwijt. Daarom heb ik me met veel vreugde gestort op het delen van lekkere kaasjes met mijn kinderen.
En dat is redelijk gelukt. Bij groente is blijven aanbieden de truuk. Bij Dirk, de oudste, is dat ook met kaas nodig. Hij is geen alleseter en lustte alleen maar hele oude kaas. Wat ik hem ook voor lekkers aanbood. Het moet brokkelen voordat hij kaas een blik waardig gunt. Jonge kaas lust hij niet omdat hij het gevoel in zijn mond niet lekker vindt. Maar inmiddels heeft hij ook hele oude Gruyere gegeten. Ondanks de ongelofelijk zware geur.
Simon, van tien, houdt HEEL erg veel van kaas. Op zijn verjaardag kon ik hem geen groter plezier doen dan samen bij de kaasboer wat te proeven en te kiezen. Voor de kenners, we kwamen thuis met Taleggio, Blumauri, L'Etivaz en Camembert Coup Gaslonde. Bij Simon loopt het eigenlijk licht uit de hand. Hij ontwikkelt zich tot snob in de dop. Gisteren vertelde hij ons dat supermarktcamembert veel minder lekker is dan de camembert van de kaasboer:"daarin proef je veel meer verschillende smaakjes. Van zoet tot zout."
Het is natuurlijk fijn dat hij kwaliteit weet te waarderen. Blijven aanbieden zoals bij groente is niet nodig en werkt nu zelfs averechts. Nu moeten we hem vooral leren dat hij een beetje maat moet houden wil hij net zo gezond en fit oud worden als zijn vader zonder kaas voor elkaar kreeg. Op een feestjes eet hij zonder gene van alle kaasplankjes flink mee. Supermarktkaas of niet.
Voor Ben van twee, zal het worst zijn. Hij roept glunderend 'stinkie, stinkie', bij een smeltend stukje camembert. Om het daarna snel te verorberen. Ben houdt van alle kaas. Het maakt hem niet uit. Afgelopen week lag er in de koelkast een stuk kaas uit het papier. Uit de kaas was een flinke hap genomen. Maar ik herkende duidelijk de kleine tandjes van een melkgebitje. Zijn grote broers vonden het hilarisch. Maar toen ik Ben de kaas met tandjes liet zien, barstte hij in huilen uit.
Dat vonden we ook wel weer een beetje zielig. Natuurlijk moet hij leren dat hij niet zomaar overal zijn tanden in mag zetten. Maar zouden niet alle kaasliefhebbers af en toe hetzelfde willen doen?
Tidak ada komentar:
Posting Komentar